Bouw tijdelijk Julianaplein ‘wordt een stremming die zijn weerga niet kent’

De bouw van het tijdelijke Julianaplein brengt flink wat afsluitingen en omleidingen met zich mee. Het project heeft dan ook gevolgen voor alle wegen in en om de stad, die tijdens de bouw veel meer verkeer te verwerken krijgen.

En daarmee ligt er een behoorlijke uitdaging: om het verkeer tijdens deze dertien weken voldoende te laten doorstromen, is het van groot belang het aantal verkeersbewegingen door de hele stad te beperken. En niet zo’n beetje ook, zegt Huyink, verwijzend naar de cijfers: “De verkeersmodellen laten zien dat er per dag 80.000 auto's minder op het hele wegennetwerk van Groningen nodig zijn om te zorgen voor voldoende doorstroming. Nu rijden er dagelijks ongeveer 400.000 auto's over de Groningse wegen. We moeten dus met z’n allen een daling van 20 procent zien te realiseren.” En zelfs als dat lukt, betekent het niet dat het verkeer steeds door kan rijden. “Ook met minder auto's op de weg moet je rekening houden met vertragingen.”

De oproep van Huyink aan ondernemers, werkgevers, werknemers en particulieren luidt dan ook: ga alleen met de auto als het echt niet anders kan. “Werk zoveel mogelijk thuis als dat kan. En moet je toch op pad? Ga dan met de fiets of het openbaar vervoer”, zegt hij. En als je dan toch met de auto moet, probeer dan de spits te vermijden en parkeer de auto op een van de P+R-terreinen rondom de stad, om vanaf daar met de bus of fiets verder te reizen.”

Aan werkgevers de dringende oproep om gedurende de bouw van het tijdelijk Julianaplein thuis te werken en anders het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer zoveel mogelijk te stimuleren. En vooral: “Denk na welke mogelijkheden er zijn om het autogebruik binnen de organisatie te beperken.” Huyink wijst als voorbeeld op bedrijven in de bouw. “Bouwvakkers gaan ‘s ochtends vaak eerst langs de werkplaats voordat ze naar hun klus gaan. Maar: is dat wel nodig?” Hij noemt de vaklieden van bouwbedrijf Jurriens Noord, die bezig waren met een klus in de binnenstad en hun auto op een van de P+R-terreinen rondom de stad parkeerden om vervolgens met de bus verder te reizen. Nog zo’n voorbeeld: Coolblue die ook buiten de stad met de elektrische bakfiets bezorgt. “Of toeleveranciers van supermarkten die met elkaar in contact worden gebracht, zodat er niet twee maar één vrachtwagen de stad in hoeft te rijden.”

Wat Huyink er maar mee wil zeggen: “Kijk eens kritisch naar het autogebruik binnen je organisatie en durf ook out-of-the box te denken en deel deze goede voorbeelden ook met elkaar. We moeten het écht samen doen. De lockdowns tijdens de coronacrisis hebben wel bewezen dat er op het gebied van thuiswerken en leren op afstand een hoop mogelijk is en dat er veel creativiteit ontstaat.”

Huyink kan het niet vaak genoeg zeggen: denk niet dat het straks allemaal wel meevalt. “'Alle verkeersmodellen laten zien dat als het niet lukt het aantal auto's rondom de stad fors te verminderen, het een grote chaos wordt.” En wat dat betekent? “Een verkeersinfarct waarbij de hele stad vast staat. Niet alleen tijdens de spits, maar de hele dag. En niet een kwartier, maar zomaar een paar uur. Dat wil toch niemand?” Wie toch met de auto de weg op moet, adviseert de directeur om vooral de aangegeven omleidingen te volgen. “Ik hoor regelmatig van mensen dat ze zelf wel een kortere of snellere route door de stad denken te weten, en dan alsnog van een koude kermis thuiskomen en langer vast staan dan nodig.”

Wat we vooral ook niet moeten vergeten, is waar het wel allemaal voor doen, besluit Huyink. “We moeten met elkaar de schouders eronder zetten, maar wel met een prachtig doel: een beter bereikbare en ook leefbaardere stad, met minder opstoppingen en een ongelijkvloers en daardoor ook veiliger Julianaplein.”

Dit is een artikel uit de Groninger Ondernemers Courant van oktober 2021.